maandag, mei 30, 2016

Even iets rechtzetten

Marc Reugebrink geeft via Facebook enig zicht op de productieperikelen van zijn aanstaande jongste roman, Het huis van de zalmen. Recent (27-05-2016) liet hij een foto zien van twee pagina's van de drukproef. Op een ervan (p. 151) heeft hij spaties tussen woorden onderstreept, en in de marge erbij genoteerd: 'spaties'. Waarschijnlijk een wanhopende esthetische hartekreet die vertaald kan worden met: 'Beste zetter, deze spaties zijn te wijd, doe er a.u.b. iets aan!' Op de foto is ook Reugebrinks laptop te zien, met op het scherm een stuk van de kopij met dezelfde passage. De kreet staat op het papier bij deze zin, meer in het bijzonder de regel tussen de verticale strepen die ik hier in het afschrift heb toegevoegd:
Het vroor nog licht toen Marius om tien uur 's ochtends het hekje opende en met een trouwboeket waarin vooral witte fresia's waren verwerkt onder de van dennentakken gevlochten boog met bovenin in heldere kleur- | en het bordje HULDE AAN HET BRUIDSPAAR naar de | voordeur van de Zegerijstraat 16 liep.
De tekst van de proef en van de kopij zijn gelijk. Er bestaat kennelijk geen twijfel over de woorden, de formulering. Alleen typografisch is er een probleem: al dat wit. Ik ben geen zetter (al heb ik als lezer inmiddels wel gezien dat zetters veel kunnen; let maar eens op, als er bijvoorbeeld in een tekst twee regels staan die met dezelfde woorden beginnen, dat die, als het goed is, toch een typografisch verschil hebben). Paradoxaal genoeg kan een zetter het wit tussen de woorden alleen verkleinen als hij tegelijk het wit tussen de letters van de woorden vergroot, opdat de regel mooi uitgevuld blijft. Goede zetters kunnen dat.

De laatste tijd ben ik veel bezig met stijl, ook wel: de vraag hoe je een boodschap met zo weinig mogelijk inhoudelijke variatie in een andere vorm, in andere woorden kunt gieten. En dat is de vluchtroute die ik zou kiezen als ik Reugebrinks amateurzetter of leerlingzetter zou zijn (indachtig ook het cosmetisch rapport van Hermans' Tranen der acacia's dat Herman Franke ooit opstelde voor De revisor ). Zo'n typografische rommelaar zou wellicht denken: "Mijn spaties zijn niet groot, jouw woorden zijn te klein, schrijver, of het zijn er te veel; daardoor vullen ze die ene zetregel niet." 

De schrijver vraagt de zetter het wit tussen de woorden aan te passen. De zetter kan ook de schrijver vragen de woorden tussen het wit aan te passen, dan komen de juiste spaties vanzelf wel mee. En als de schrijver het niet doet, dan gaat de zetter maar aan het beunen.

Zie toch eens: het zijn 49 woorden, dus 48 spaties die te wijd kunnen zijn. Wat een gedoe. Als je waar dan ook wat klooit aan de woorden van deze zin, verschuift overal het wit. Exit 'waarin' en 'waren verwerkt' en vervangen door kortweg 'van'. Dat wordt dan:
Het vroor nog licht toen Marius om tien uur 's ochtends het hekje opende en met een trouwboeket van vooral witte fresia's onder de boog van gevlochten dennentakken met bovenin het helder gekleurde bordje HULDE AAN HET BRUIDSPAAR, naar de voordeur van de Zegerijstraat 16 liep.
Niemand loopt naar een huis zonder het hekje te openen; dat hoeft er niet bij. En als het er niet bij staat, kan heel dat hekje weg; dat staat daar echt in de weg.
Het vroor nog licht toen Marius om tien uur 's ochtends met een trouwboeket van vooral witte fresia's onder de boog van gevlochten dennentakken, met bovenin het helder gekleurde bordje HULDE AAN HET BRUIDSPAAR, naar de voordeur van de Zegerijstraat 16 liep.
We zien meteen dat Blogger een weinig fijnzinnige uitvuller in dienst heeft. Maar kom op, het kan minder omslachtig. Even die lange zin in tweeën knippen; dat hapt de moderne lezer makkelijker weg, en weg is 'toen' (jammer van die lichte allusie op de opening van De avonden, maar wie denkt daar nog aan op p. 151). Dat Marius op pad is met een trouwboeket, is wel duidelijk op een trouwdag en onder dat bordje. En als we niet weten welke bloemen een ondergeschikte rol spelen in de compositie van dat boeket, kan het wel wat korter; het bordje met de huldetekst is een geval van traditionele volkscultuur en zal per definitie helder, en niet dof, grauw of mat gekleurd zijn; dat het om een tekst gaat, blijkt al wel uit de kleinkapitalen, die ook gebruikt zijn voor de weergave van de trouwkaart net even eerder in de tekst; en dat zo'n bordje niet verlept ergens onderaan de boog bungelt, is ook een volkenkundig cliché van jewelste:
Het vroor nog licht om tien uur 's ochtends. Marius liep met een boeket witte fresia's onder de boog van gevlochten dennentakken met HULDE AAN HET BRUIDSPAAR naar de voordeur van de Zegerijstraat 16.
Het zijn nu nog maar 34 woorden. Dat zo'n groot huldeblijk niet bij de schuurdeur staat opgesteld is ook geen nieuws voor wie wel eens getrouwd is:
Het vroor nog licht om tien uur 's ochtends. Marius liep met een boeket witte fresia's onder de boog van gevlochten dennentakken met HULDE AAN HET BRUIDSPAAR naar Zegerijstraat 16.
En opeens denkt de herscheppende amateurzetter: loopt Marius onder de boog? Of loopt hij door de boog? Door de boog natuurlijk, en onder die tekst door. Maar dat laatste is al opgelost: het is die boog met die tekst. Onder of door: het scheelt toch weer een letter zetbreedte, dus speelruimte.

Gaat Marius zelf trouwen? Dan is het toch zijn boeket, dat hij aan zijn aanstaande gade schenken gaat? Die 'i' en 'j' zijn lekker dicht tegen elkaar aan te zetten, moet je weten.
Het vroor nog licht om tien uur 's ochtends. Marius liep met zijn boeket witte fresia's door de boog van gevlochten dennentakken met HULDE AAN HET BRUIDS-PAAR naar Zegerijstraat 16.
Nu er zo weinig overblijft, valt extra op dat er tweemaal 'met' staat, zij het in een andere context. Verwarrend. Omdat er inmiddels ruimte over is, plakt de herscheppende zetter er een feestelijke alliteratie bij:

Het vroor nog licht om tien uur 's ochtends. Marius liep met zijn boeket witte fresia's door de boog van gevlochten dennentakken, waaraan de HULDE AAN HET BRUIDSPAAR hing, naar Zegerijstraat 16.
Benieuwd hoe dat eruit ziet in zetsel (32 woorden zijn het nog maar). En wat de schrijver ervan vindt bij de tweede correctie.

Geen opmerkingen: