maandag, oktober 08, 2012

Litkritkrit-III

Jamal Ouariachi schrijft op zijn blog naar aanleiding van Arjan Peters' recensie van Oek de Jongs Pier en oceaan onder andere: 'Inderdaad, de ruimte in een krant is beperkt. Maar een roman van ruim 800 pagina’s, waar vele jaren aan is geschreven, bespreken in vier kolommetjes van nog geen halve paginalengte?'

Daarmee impliceert hij een knalhard rekenkundig criterium in handen te hebben voor de lengte van een recensie: hoe dikker het besproken boek en hoe langer een auteur aan een boek gewerkt heeft, des te langer (en lovender waarschijnlijk) moet een recensie zijn. Lof is moeilijk te meten, lengte is in het aantal woorden uit te drukken (beter dan in kolom- en paginalengte).

Peters besteedt 887 woorden aan Pier en oceaan dat tien jaar na De Jongs vorige roman, Hokwerda's kind, verscheen. Rechts naast Peters' recensie staat de vijf sterrenrecensie van Tommy Wieringa's Dit zijn de namen door Daniëlle Serdijn. Wieringa's boek is drie jaar na Cesarion (2009) verschenen; het boek is een relatief vluggertje en telt (dan ook?) maar 276 pagina's (Wieringa schrijft gemiddeld 92 pagina's per jaar, De Jong slechts 83,2). Serdijn steekt Wieringa evenwel niets dan pluimen op zijn hoed met een recensie van maar liefst 855 woorden .

Hoe zit dat nu met de Ouariachi-recensieformule? Aantal bladzijden gedeeld door aantal jaren, plus woordental van de recensie*, gedeeld door twee?
Peters-De Jong: (832 : 10 + 887) : 2 = 447,66
Serdijn-Wieringa: (276 : 3 + 855) : 2 = 473,5
Zo erg groot is dat verschil dus niet.

De alternatieve Ouariachi-recensieformule, sinds kort ingevoerd en onderhevig aan de zogenoemde professor Stapel-correctie, luidt: aantal bladzijden plus aantal jaren werk, gedeeld door aantal woorden van de recensie:
Peters-De Jong: (832 + 10) : 887 = 0,4746335, afgerond 0,475
Serdijn-Wieringa: (276 + 3) : 855 = 0,3263157, afgerond 0,326
Dan springt De Jong er nog steeds alles behalve slecht uit.

Jaap Goedegebuure gooit als monolithische controlegroep alle metingen in de war: in het FD heeft hij aan 500 woorden genoeg, maar in Trouw heeft hij er 1122 nodig om Pier en oceaan te bespreken. Om deze onbetrouwbare factor enigszins te neutraliseren is bij de meting uitgegaan van een gemiddelde, zijnde 811 woorden. Daarmee steekt Goedegebuure's gecorrigeerde Ouariachi-recensiequotiënt van 1.038 wel heel erg ongunstig af tegen de rest van het veld. Benieuwd wat het oordeel van Ouariachi in dezen zal zijn.

* Alleen platte recensiewoorden zijn geteld, met voorbijgaan aan die van koppen en loutere product-info. Interviews met de auteur zijn niet in het onderzoek betrokken. Aanpassing van de onderzoeksgegevens is mogelijk, maar afhankelijk van de financiering van de contra-expertisekosten.

Geen opmerkingen: